11 April 19.00 uur AINSI Lage Kanaaldijk 112-113, 6212 NA Maastricht
In de lezing van 11 april om 19.00 uur bij Ainsi werd uitgebreid ingegaan op de intrinsieke waarden van zowel het fabrieksterrein als het omringende landschap. Aanleiding van deze gecombineerde aanpak berust op het onlosmakelijk verband tussen de delfstoffenwinning van mergel (kalkbasis) en het kalklandschap; beiden zijn uniek in hun soort en verdienen bescherming (status) en kunnen zo het fundament vormen voor beleid, plannen en uitvoering.
Het programma zag er als volgt uit
1. Context van het cultuurhistorische onderzoek, inleiding door Saskia Naafs
Saskia zal voornamelijk de procesmatige kant belichten van het ontstaan van het onderzoek en het vervolgtraject. In dat verband zal ze onder meer de betrokkenheid van de Rijksbouwmeester en zijn rol belichten evenals het opdrachtgeverschap (overheden) en verzorgt als het ware de opmaat van de lezing van Jon van Rooijen.
Saskia Naafs werkt voor het College van Rijksadviseurs (CRa). Het CRa is een onafhankelijk adviescollege dat overheden gevraagd en ongevraagd adviseert over omgevingskwaliteit en de actuele maatschappelijke opgaven van nu: van de woningbouwopgave en de landbouw-, mobiliteits- en energietransitie, tot behoud en transformatie van cultuurlandschappen en erfgoed. Saskia heeft een achtergrond in de stadssociologie. Ze werkte als zelfstandig onderzoeker naar stedelijke opgaves en als publicist en docent voordat zij in 2020 bij het College als adviseur in dienst
2. ENCI-Maastricht, nationaal toonbeeld van ruim 100 jaar bouwindustrie in Nederland 1e gedeelte lezing door Jon van Rooijen
De cultuurhistorische waarden van het ENCI-complex te Maastricht.
zijn van nationaal belang, zo blijkt uit het onlangs opgeleverde cultuurhistorisch onderzoek van het bureau Crimson Historians. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft van de staatssecretaris de opdracht gekregen om in samenwerking met de provincie Limburg en de gemeente Maastricht de borging van die waarden nader te gaan onderzoeken en te effectueren. Jon van Rooijen geeft inzicht waar die waarden van name het fabrieksgedeelte van het ENCI-complex volgens het onderzoek precies in zijn gelegen en wat mogelijke opties zijn om die te borgen.
Jon van Rooijen werkt als adviseur Erfgoed en Ruimte bij de RCE. De RCE is de beleids-, uitvoerings- en onderzoeksorganisatie van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op het terrein van cultureel erfgoed: archeologie, monumenten, roerend erfgoed en cultuurland
Jon adviseert vanuit zij achtergrond als stedenbouwkundig ontwerper over de inpassing van cultuurhistorische waarden bij ruimtelijke ontwikkelingen van grootschalige historische complexen en structuren, in beschermde stads- en dorpsgezichten en de ruimtelijk context van rijksmonumenten.
3. Het gelaagde landschap van de St. Pietersberg, 2e gedeelte van de lezing door Pieter Caljé
Het Crimsonrapport laat goed zien hoe het belang van het industrieel erfgoed in de ENCI-groeve niet op zich staat, maar onderdeel is van een gelaagd historisch landschap dat voortbouwt op een bijzondere geologische onderlaag. In zijn lezing wil Pieter die gedachte wat verder uitbouwen door de St. Pietersberg als onderdeel van een breder, grensoverschrijdend krijtlandschap te zien, dat een unieke betekenis heeft gekregen door een bijzondere en creatieve interactie tussen mens en landschap vanaf de vroege prehistorie tot op de dag van vandaag. Die interactie is niet alleen utilitair maar ook symbolisch: dit heeft niet alleen met opbrengst maar ook met waarden te maken. Pieter belicht enkele elementen uit deze complexe interactie. Met deze landschapshistorische benadering maakt hij duidelijk bijzonder de St. Pietersberg als landschappelijk erfgoed is, en zo bijdraagt aan de oriëntatie op de toekomst.
Pieter Caljé (1952) is historicus. Hij was verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Maastricht en hield zich daar meestal bezig met de thema’s als universiteit en samenleving en cultuur en samenleving, onder meer bij de masteropleiding Erfgoedstudies aan de Universiteit Maastricht. Door een grensoverschrijdend landschapsproject Landmarks van het Grensschap raakt hij gefascineerd door het nieuwe thema landschapsgeschiedenis en het concept landschapsbiografie. Na zijn pensionering ging hij daarmee verder als voorzitter van de commissie landschapsgeschiedenis van het Kon. LGOG, die jaarlijks een congres over de Limburgse landschapsgeschiedenis organiseert. Momenteel is hij betrokken bij de voorbereiding van een Maascongres op 29 en 30 juni en 1 juli in Maastricht en Maaseik, die deze commissie met een aantal partners organiseert.